Thema 12 - Tijd
€ 15,00
In dit thema leren de leerlingen de werkwoorden uit de vorige thema’s in de onvoltooid verleden tijd. Ze oefenen met 24 werkwoorden, waarvan 16 onregelmatig. De toekomende tijd wordt wel benoemd, maar komt nog niet uitgebreid aan bod in de oefeningen.
Leerlingen oefenen op het correcte gebruik van tijdsbepalingen zoals op maandag, in januari, en in de herfst. Ze leren ook een nieuw zinsdeel toevoegen: wanneer.
Ze maken nu zinnen die uit vijf delen bestaan: wie – werkwoord – wanneer – wat – waar. Hoewel andere volgordes ook mogelijk zijn, ligt de focus op het begrijpen en gebruiken van deze specifieke structuur om verwarring te voorkomen.